
De Porthos-zaak, gericht op het ondergronds opslaan van CO2, bevindt zich in een richtingenstrijd tussen klimaatverandering en stikstofcrisis. Diverse belangen en standpunten botsen in deze zaak, maar wat is de ware impact op milieu en economie?
De doelstelling en werking van het Porthos-project
Het Porthos-project, ondersteund door spelers als Shell en Exxon, heeft tot doel om jaarlijks 2,5 miljoen ton CO2 te reduceren door het van olieraffinaderijen naar lege gasvelden onder de Noordzee te transporteren. Hiermee streven ze ernaar om de landelijke klimaatdoelen te halen. Afhankelijk van het succes van het project en de prijs van CO2, kunnen deze bedrijven tot 2 miljard euro aan subsidies ontvangen.
Terwijl het Porthos-project wordt gezien als een belangrijke stap richting klimaatdoelen, zijn er ook tegenstanders. Johan Vollenbroek, vertegenwoordiger van de actiegroep Mobilisation for the Environment (MOB), stelt dat ondergrondse CO2-opslag de transitie naar duurzame energiebronnen juist vertraagt. Volgens hem is het vooral een manier om de fossiele sector, die al hoge winsten behaalt, verder te subsidiëren.
Het Porthos-project brengt ook milieukwesties op het gebied van stikstof met zich mee. Tijdens de aanleg van de pijpleidingen komen stikstofoxiden vrij, met name uit de uitlaatgassen van zware bouwmachines zoals graafmachines en hijskranen. Hoewel een deel van deze stikstofoxiden in de Noordzee terechtkomt en geen milieuschade veroorzaakt, rijst de vraag over de mogelijke impact op de Zuid-Hollandse duinen.
Grootste bronnen van stikstofvervuiling in Nederland
De stikstofproblematiek in Nederland is een complexe kwestie. Jaarlijks komt er door de import van veevoer twee keer zoveel stikstof ons land binnen als dat er weer uitgaat via de export van landbouwproducten. Dit resulteert in een stikstofoverschot in de vorm van mest die ook in natuurgebieden neerslaat. Na veehouderij is het wegverkeer de grootste veroorzaker van stikstofvervuiling.
Noodzaak van CO2-opslag in klimaatverandering
Detlef van Vuuren, klimaatonderzoeker van het Planbureau voor de Leefomgeving en de Universiteit Utrecht, benadrukt dat CO2-opslag een cruciale rol speelt in de strijd tegen klimaatverandering. Hij stelt dat het noodzakelijk is om met deze techniek te experimenteren om de wereldwijde uitstoot in 2050 netto nul te laten zijn en daarna zelfs negatief.