
Van de ontdekkingen van drakenbotten in oud China, tot de onvermoeibare jacht van een Amerikaanse president op levende fossielen, en van de eerste benoemde dinosauriër tot vrouwelijke pioniers in de paleontologie: dit artikel verkent de fascinerende geschiedenis van dinosauriëronderzoek.
Het begin: Drakenbotten in China
Al sinds de Shang-dynastie hebben draken een prominente plaats ingenomen in de Chinese cultuur. De mythe werd verder gevoed door de vondst van fossielen van prehistorische dieren. In de provincie Sichuan zijn veel van deze 'drakenbotten' ontdekt en vastgelegd, bijvoorbeeld in tekeningen in de Bencao Pinhui Jingyao, een wetenschappelijk werk uit 1505.
Thomas Jefferson, president van de Verenigde Staten van 1801 tot 1809, had een bijzondere interesse in mastodonten - uitgestorven olifanten die tot 25 miljoen jaar geleden leefden. Hij stuurde ontdekkingsreizigers eropuit om botten van deze dieren te verzamelen, in de hoop levende exemplaren te vinden. Zijn geloof dat dieren niet konden uitsterven kwam hij later echter op terug.
Eerste benoemde dinosaurus: Megalosaurus
De vleesetende Megalosaurus, die tussen 66 en 208 miljoen jaar geleden leefde, was het eerste dinosaurusgeslacht dat in 1824 een naam kreeg. Ondanks dat het fossielenbestand van de Megalosaurus onvolledig is, was het wel de eerste dinosaurus die in de literatuur werd afgebeeld.
Overschaduwde pionier: Mary Anning
Mary Anning, een pionier in de paleontologie, heeft veel bijgedragen aan onze kennis over uitgestorven zeedieren. Ondanks haar baanbrekende ontdekkingen, zoals de ichthyosaurus en een skelet van de plesiosaurus, werd ze door haar mannelijke collega's genegeerd en uitgesloten van de prestigieuze Geological Society of London. Pas recentelijk is haar bijzondere bijdrage erkend.
In 1877 vond Charles Marsh een deel van een skelet van een Apatosaurus, maar zonder schedel. Om zijn vondst toch compleet te maken, gaf hij de dinosaurus de kop van een andere soort, een fout die pas in 1979 in het eerste museum werd gecorrigeerd.