
In een nieuw boek, 'Als we wisten wat we deden, zou het geen onderzoek heten', vraagt Ionica Smeets aandacht voor de noodzaak van effectieve wetenschapscommunicatie. Ze benadrukt het belang van tweerichtingsverkeer in communicatie, investeringen die echt een impact hebben en het vermijden van te veel jargon.
Het dilemma van de term 'wetenschapscommunicatie'
Volgens Ionica Smeets is de term 'wetenschapscommunicatie' niet perfect. Mensen hebben de neiging om 'communicatie' te zien als een proces van uitzenden en uitleggen. Anderzijds voelen sommigen zich niet aangesproken omdat het woord 'wetenschap' erin staat. Desondanks blijft 'wetenschapscommunicatie' een veelomvattend woord dat de juiste richting aangeeft.
Aanpakken van inefficiëntie in wetenschapscommunicatie
Ionica Smeets is gefrustreerd door de tekortkomingen in de wetenschapscommunicatie, vooral aan de kant van de wetenschap. Ze heeft gezien hoe instellingen enorme sommen uitgeven zonder echt iemand te bereiken. Om verandering te brengen, is ze van mening dat ze het beste kan dienen als hoogleraar, een positie van waaruit ze een nieuwe generatie kan opleiden en onderzoek kan doen naar wat niet werkt.
Smeets haalt Simon Stevin aan, die in 1585 'De Thiende' publiceerde, het eerste boek in de westerse wereld dat decimale breuken gebruikte. Dit boek was bedoeld om de kennis toegankelijk te maken voor algemeen gebruik. Een recent voorbeeld dat ze noemt, is Robbert Dijkgraaf, die complexe onderwerpen toegankelijk heeft gemaakt voor velen en nu, als minister, fondsen heeft vrijgemaakt voor een Nationaal Expertisecentrum voor Wetenschap en Samenleving.
Advies voor effectieve wetenschapscommunicatie
Volgens Smeets is het in de wetenschapscommunicatie vaak inefficiënt om veel informatie te geven als je mensen wilt overtuigen. In plaats daarvan adviseert ze om spraakmakende voorbeelden en anekdotes te gebruiken en vakjargon te vermijden.