
Wereldwijd groeit het aantal rechtszaken over het klimaat, waarbij de vraag centraal staat of bescherming tegen klimaatverandering een mensenrecht is. Een belangrijke zaak speelt zich nu af in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waarbij zes Portugese jongeren 32 Europese landen aanklagen voor de bosbranden in hun omgeving. De uitkomst kan grote gevolgen hebben.
Klimaatverandering als mensenrecht
Steeds meer mensen over de hele wereld starten rechtszaken over het klimaat, met als belangrijkste vraagstuk of het een mensenrecht is om door de overheid beschermd te worden tegen klimaatverandering. Een cruciale zaak speelt zich nu af in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Zes Portugese jongeren, die steeds meer te maken krijgen met bosbranden, menen dat dit het geval is. Deze zaak kan een precedent scheppen voor toekomstige klimaatzaken.
Groeiend aantal klimaatzaken
In totaal zijn er wereldwijd al meer dan 2341 klimaatzaken aangespannen tegen overheden, bedrijven en organisaties. Twee derde van deze zaken zijn begonnen in de afgelopen acht jaar, na de belofte van wereldleiders in Parijs dat de aardse temperatuur niet meer dan 1,5 graad mag stijgen. Deze belofte heeft duidelijk een golf van klimaatzaken teweeggebracht.
Nederland medeverantwoordelijk volgens Portugese jongeren
Het Sabin Center in New York houdt nauwgezet alle klimaatzaken bij. Hun gegevens tonen een gestage toename van deze zaken, nu ongeveer 200 per jaar. In de zaak die nu in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wordt behandeld, stellen zes Portugese jongeren 32 Europese landen, inclusief Nederland, verantwoordelijk voor de bosbranden in hun regio.
Nationale rechtbank stap overgeslagen
Het is nog onzeker of de verwachtingen die rond deze zaak zijn opgebouwd, zullen worden waargemaakt. Hoogleraar Eckes wijst erop dat zaken meestal via de nationale rechtbank naar het Europese mensenrechtenhof gaan, waar er voldoende tijd is om de feiten vast te stellen. De Portugese jongeren hebben deze stap echter overgeslagen, met het argument dat de zaak te urgent is om nog langer te wachten.
Eerder dit jaar behandelde de Grand Chamber een zaak van een groep oudere vrouwen uit Zwitserland over het klimaat. Volgens Eckes geeft dit aan dat het Hof klimaatzaken als een groot constitutioneel vraagstuk ziet. De uitspraak in deze 'oma-zaak' wordt later dit jaar verwacht.
Er zijn nu wereldwijd meer dan tachtig zaken waarin, net als in de Urgenda-zaak, wordt beweerd dat de doelen van overheden om de uitstoot te verminderen ontoereikend zijn. Dit toont aan dat de Urgenda-zaak een belangrijke inspiratiebron is geweest voor soortgelijke zaken over de hele wereld.
Besluit van Europese rechter verwacht
Tot nu toe hebben voornamelijk nationale rechtbanken een standpunt ingenomen over de vraag of bescherming tegen klimaatverandering een mensenrecht is. Nu ligt deze vraag bij een Europese rechter, die moet beslissen of het Hof het standpunt van de Nederlandse rechtbank hierover zal volgen. Een uitspraak wordt aan het eind van het jaar verwacht, volgens Eckes.