
In de voortdurende zoektocht naar een beter begrip van kunstmatige intelligentie (AI), wordt nu het concept van bewustzijn onder de loep genomen. Een team van wetenschappers heeft een grootschalig onderzoek uitgevoerd in een poging om deze complexe vraag te beantwoorden.
De mens als materie: beperkingen van de wetenschap
Sarah Durnston, een biologisch psycholoog, heeft in haar boek 'The Universe, Life and Everything' een interessante observatie gemaakt. Ze betoogt dat de wetenschap vaak de neiging heeft om de mens te reduceren tot materie, waardoor het wonder van het bewustzijn vaak over het hoofd wordt gezien. Het is een perspectief dat een belangrijke rol speelt in het huidige debat over AI en bewustzijn.
Kan AI bewustzijn hebben? De wetenschap probeert het te ontrafelen
Een groep vooraanstaande wetenschappers, waaronder filosofen, AI-experts, psychologen en neurowetenschappers, hebben zich gebogen over de vraag of AI bewustzijn kan hebben. In hun onderzoek hanteren ze de methode 'de radio uit elkaar halen', wat een sterke nadruk legt op neurowetenschappelijke theorieën over bewustzijn. Deze benadering, hoewel technisch en gericht op fysieke processen zoals moleculen en synapsen, heeft zijn eigen beperkingen.
AI en bewustzijn: het resultaat van berekeningen?
Het onderzoek lijkt tot een controversiële conclusie te komen: AI-systemen kunnen inderdaad bewustzijn hebben, maar dit bewustzijn is het resultaat van berekeningen. Deze conclusie, die waarschijnlijk de voortdurende discussie over AI en bewustzijn niet zal beëindigen, roept vragen op over de aard en definitie van bewustzijn zelf. Het is duidelijk dat er nog veel te onderzoeken is op dit gebied.
Luciano Floridi, een techniekfilosoof, heeft een andere kijk op de zaak. Hij beschouwt het idee dat machines bewustzijn kunnen hebben als een intellectuele aanfluiting, wijzend op het feit dat er duizenden definities zijn van bewustzijn. De vraag is niet of machines bewustzijn kunnen hebben, maar wat we winnen bij het bevestigen van dergelijke complexe concepten.