
Nieuw onderzoek toont aan dat de Nederlandse natuur gevoeliger is voor stikstof dan eerder aangenomen. De gemiddelde kritische depositiewaarde, die aangeeft hoeveel stikstof de natuur aankan zonder schade te veroorzaken, gaat gemiddeld 1,3 kilogram per hectare per jaar omlaag. Dit betekent dat de uitstoot van stikstof verder moet worden verminderd om de natuur te beschermen.
Natuur kwetsbaarder voor stikstof dan gedacht
Het is gebleken dat de natuur in Nederland meer kwetsbaar is voor stikstof dan we eerder dachten. Dit komt naar voren uit recent onderzoek dat de gemiddelde kritische depositiewaarde (KDW) voor stikstof heeft herzien. De KDW is de hoeveelheid stikstof die de natuur kan opnemen zonder schade te ondervinden. Deze waarde gaat gemiddeld met 1,3 kg per hectare per jaar omlaag. Dit betekent dat we de stikstofuitstoot nog verder moeten verminderen om onze natuur te beschermen.
Onthullende onderzoeksresultaten over stikstofgevoeligheid
Het onderzoek dat heeft geleid tot deze verrassende bevindingen is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research, Planbureau voor de Leefomgeving en Onderzoekscentrum B-WARE. In opdracht van het Ministerie van LNV hebben zij de KDW herzien. Dit heeft geresulteerd in een gemiddelde verlaging van 19,0 kilogram stikstof per hectare per jaar naar 17,7 kilogram voor alle natuurtypen die gevoelig zijn voor stikstof. Dit geldt echter niet voor alle natuurtypen. Sommigen blijven onveranderd, terwijl anderen aanzienlijk dalen.
Verschillen in stikstofgevoeligheid tussen natuurtypen
In Nederland hebben we te maken met 84 verschillende natuurtypen. Uit de studie blijkt dat 67 van deze natuurtypen gevoelig zijn voor stikstofdepositie. Interessant is dat de depositiewaarde voor 64 van deze types onveranderd is gebleven. Echter, voor 32 natuurtypen is de waarde verlaagd, wat betekent dat deze natuurtypen al bij lagere hoeveelheden stikstof schade ondervinden dan eerder werd gedacht. Aan de andere kant is de waarde voor 2 natuurtypen verhoogd.
Internationaal onderzoek bevestigt neerwaartse trend
Het was vorig jaar al duidelijk dat een deel van de depositiewaarden naar beneden bijgesteld zou worden. Dit werd bevestigd door nieuw internationaal onderzoek, wat leidde tot een gedeeltelijke verlaging van de KDW op Europees niveau. Dit onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de Verenigde Naties (UNECE), is gebaseerd op langdurige veldexperimenten en brengt minimale en maximale waarden voor stikstofdepositie in kaart, de zogenaamde empirische range. Deze range houdt rekening met variaties in omstandigheden zoals bodem en klimaat.
Wieger Wamelink, een ecologisch onderzoeker van Wageningen University & Research, lichtte toe dat er nieuwe methoden in ontwikkeling zijn die mogelijk nog lagere KDW's kunnen opleveren. Hij zegt: 'Maar de wetenschappelijke ontwikkelingen voor nieuwe modelberekeningen gaan snel.' Dit betekent dat het behalen van de stikstofdoelen mogelijk nog uitdagender wordt. Het is essentieel om te blijven streven naar het verminderen van stikstofdepositie om natuurbehoud te waarborgen.
In het onderzoek is voor elk natuurtype gekeken naar de beschikbare empirische waarden en modelberekeningen. Deze waarden zijn vervolgens gebruikt om de KDW's te bepalen. Er zijn verschillende scenario's mogelijk, afhankelijk van of de gemodelleerde KDW binnen, onder of boven de empirische range valt. Als er geen empirische range of modeluitkomst beschikbaar is, speelt een deskundigenoordeel een cruciale rol bij het bepalen van de KDW. Zonder empirische range, modeluitkomst of deskundigenoordeel wordt geen KDW gegeven, wat betekent dat het type (voorlopig) als ongevoelig voor stikstofdepositie wordt beschouwd.